woensdag 28 september 2011

De grote smurf van het dorp. Over de economische macht van de supermarktondernemer.

Als trainer-on-the-job bij supermarktondernemers in Nederland, ontdekte ik dat er behalve de burgemeester en de huisarts, nog een notabele kracht aanwezig is waar rekening mee gehouden dient te worden als het gaat om de macht rondom de ruimtelijke en geestelijke inrichting van een dorp: de plaatselijke supermarktondernemer.

Piet Weisfelt schrijft in zijn boeken over de werking van systemen in de stam, de groep en de organisatie. Ik zou er daar graag nog een aan toe voegen: het dorp. Wie is de grote smurf van het dorp? De burgemeester, de gemeenteraad, de politie, de winkelvereniging? Ik zou zeggen: de supermarktondernemer.

De supermarkt als economisch machtscentrum
Elke keer als ik voor mijn werk als trainer een dorp inreed, leek de plaatselijke supermarkt het stadhuis van het dorp te zijn, met  al die vlaggen, die ervoor zorgden dat het gebouw hoog boven andere gebouwen uit torende, meestal gelocaliseerd op de meest centrale en/of mooie plek van het dorp, en met alle zichtbare dorpsactiviteit gericht op de ingang ervan. Als het om een theater ging, of een dorpshuis zou ik blij worden, maar het betrof een winkel, een supermarkt. Een plek waar je je auto makkelijk en gratis kon parkeren en je je eten en drinken kon kopen.
Hoe gaan supermarktondernemers om met hun economische macht en wens tot omzetgroei in het dorp?’ vroeg ik mij af.

6 manieren voor verantwoord ondernemen
Er waren een aantal ondernemers die -naast de reden van mijn feitelijke bezoek, namelijk de vraag ‘hoe vergroot ik mijn omzet’- mij vertelden dat zij maatschappelijk verantwoord bezig wilden zijn en uitlegden hoe:
1. Verbouwingen realiseren met oog voor de historische kenmerken van het dorp,
2. Uitbouwen/ groter worden niet perse doen, uit oogpunt van verkeersoverlast en ruimtelijke dominantie,
3. Omzetgroei afstemmen op realistische en omgevingsgerelateerde groeimogelijkheden,
4. Andere ondernemers in het dorp, zoals bakker en groenteboer, hun plek gunnen en zo mogelijk spullen van hen afnemen,
5. Klanten kennen en voor hen zorgen door bv als zij ziek zijn boodschappen langsbrengen,
6. Meedoen aan en initiëren van dorpsactiviteiten.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Deze  6 punten beschrijven maatschappelijk verantwoord ondernemen op dorpsniveau. Ingegeven door de wens van de ondernemer om zich behalve ondernemer, ook dorpsbewoner te blijven voelen.  Deze combinatie tussen groei en omgevingssensitiviteit, maakt omzet halen, een maatschappelijk verantwoorde activiteit.

Het dilemma van ondernemer zijn en bewoner zijn
Hoe groter echter het dorp (afzetmarkt voor de ondernemer) en hoe groter de omzet van een supermarkt, hoe groter de kans tijdens mijn bezoeken leek te zijn, dat de ondernemer zijn contact met de samenleving, zijn gevoel voor de mensen om hem heen, zijn inzicht in het feit dat hij behalve ondernemer, ook dorpsbewoner is, verliest.

Glazen huis
Dit gegeven leek versterkt te worden doordat de ondernemers in ruil voor hun ‘centrumfunctie’, in een glazen huis leven -een scheiding, of een ‘faux-pas’, betekent vaak meteen omzetverlies en daling in aantal klanten- en daardoor reden hebben om zich als mens te ‘verstoppen’ en alleen de ondernemer in zich aan de buitenwereld te laten zien. Dit bevordert het ‘buurcontact’ met de bewoners en de omgeving niet.
Hoe echter wenden supermarktondernemers, die niet meer als bewoner tussen de mensen staan, hun macht aan?  

Van maatschappelijk verantwoord ondernemen naar vergroten van economische macht
Ondernemers die willen groeien en daartoe het halve dorp opkopen en om laten bouwen tot supermarkt, parkeerplaats en goederenaanvoerroute, zijn vaak succesvol omdat hun omzetgroei hoog is en zij binnen hun keten de klanttevredenheidsprijzen winnen. Tegelijkertijd keren bewoners en (historische)monumentenverenigingen zich tegen de groeiactiviteiten.

De  ondernemers verdedigen hun groei als maatschappelijk verantwoord met het argument dat zij doen aan ‘sponsoring van sportclubs’, en luisteren niet naar de bezwaren rondom de groei. Sterker, ze maken hen woedend en de ondernemers gaan over tot neigingen die we terug zien in dictatoriale gedragingen:
- het sturen van juridische dreigbrieven aan mensen die tegen de groei en aantasting van het dorpsgezicht zijn en daarover  schrijven (denk aan boetes),
- het beïnvloeden van hoofdredacteuren van plaatselijke kranten om plaatsing van ‘negatieve’ columns te voorkomen (denk aan verlies van advertentie-inkomsten),
- het beïnvloeden van de politiek om bouwvergunningen te verkrijgen met het oog op economische groei,
- het op grote schaal aankopen van vastgoed om uitbreiding en groei van concurrenten tegen te gaan.

Wie biedt tegenwicht aan de economische waarde
Wie geeft tegenwicht aan de economische  waarde die een dorp domineert en door de succesvolle supermarktondernemer gerepresenteerd wordt? Daar waar 1 partij de machtigste wordt, en daarmee 1 waarde de boventoon in de samenleving voert, dient de vraag gesteld te worden door burgemeester, politiek, bewoners: ‘Beste ondernemer, wat doe jij met je macht’?
Sommige ondernemers zijn in staat zichzelf deze vraag te stellen, maar er zijn er ook die vanuit hun geweten geen signaalfuncie krijgen. In zo’n geval dient de omgeving een signaal af te geven.

Wat doet de supermarktondernemer met de vraag naar zijn machtsgebruik?
Is dat:
A): Nog harder proberen meer van hetzelfde te verkrijgen: meer omzet maken, meer klanten, meer winkeloppervlakte?

Of is dat:
B): Neemt de ondernemer bij meer economische macht en stijging in de beïnvloedingshiërarchie, een andere taak op zich, een andere rol in de samenleving?

Niet alleen winst
Winnen betekent niet alleen meer klanten en meer omzet. Winnen betekent ook een belangrijke bijdrage leveren aan een evenwichtige samenleving die om meer draait dan om (eigen) geld.
Op die plekken waar de economische waarde hoogtij viert en waarden als ruimtelijke inrichting, historisch besef, kunst en cultuur verdringt, is lezing van het boek Niet voor de winst van de filosoof Nussbaum verplichte literatuur. Hierin beschrijft zij dat:
'Kunst, spel en literatuur helpen om verwondering, empathie, verbeeldingskracht en inlevingsvermogen  te ontwikkelen'. Dat is belangrijk want ‘anders zullen onze menselijke interacties plaatsvinden binnen de schrale normen van de markt, waar mensenlevens in de eerste plaats worden gezien om winst mee te behalen'. 'Een goed ontwikkelde verbeeldingskracht is niet alleen essentieel voor een tolerante samenleving, maar ook voor een gezonde zakencultuur, want innovatie vereist flexibele, open en creatieve geesten'.

Met tegenwicht ontstaat evenwicht.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in het Dorp, wordt zo een individuele en gewetensvolle handeling voor supermarktondernemers, die afhankelijk is van hun persoonlijke ambities en karaktereigenschappen en de reacties van de omgeving daarop. Samenwerking tussen de vertegenwoordigers van verschillende waarden is hier van groot belang en de wetenschap dat tegenwicht, evenwicht biedt.